en, rustig-bepeinzenden geest van het Boeddhisme, moet het ons vreemd aandoen, als wij uit die Indische wereld van
nderen, die strijd, meedoogenloozen strijd als een zijner grondbeginselen predikt. En, terwijl Indi? den der wereld afgestorven kluizenaar of monnik bewondert, is in oud Perzi? de kloeke huisvader, die met
l wat anders had te doen en door noesten vlijt, in den strijd tegen de vijandige natuurmachten, zijn levensonderhoud aan den bodem moest ontwringen. Daar nu is het Mazde?sme of de oud-Perzische godsdienst ontstaan. In welke landstreek-velen meenen in Bactri?-is onzeker. Wij spreken echter maar van oud-Perzischen godsdienst, omdat het Mazde?sme, althans later de
s de Gātha's, oude liederen, die van het Avesta een deel uitmaken, van hem zelf afkomstig zijn. Overigens schuilt zijne geschiedenis in het duister. Zeker leefde hij vele eeuwen vóór Christus en lang vóór Cyrus (6e eeuw vóór C.) Waarschijnlijk was hij van aanzienlijke afkomst en gevoelde hij zich innerlijk geroepen als hervormer van den godsdienst op te treden. Na zeven jaar in eenzame overpeinzingen te hebben doorge
nd)-dit boek is eerst sedert 1771, toen het door den Franschen geleerde Anquet
enstige lectuur en dagteekent in zijn geheel zeker van minstens 6
o is het ook hier. Ook in het Zend-Avesta vinden wij drie ontwikkelingsvormen van denzelfden godsdienst, waarvan de eerste ons toont den nieuwen godsdienst, zooals hij gepredikt werd door Zoroaster of zijne school; de tweede teekent hem, zooals hij meer in 't practische leven inwerkt, doch dan ook do
wij over de tweede slechts zeer weinig bronnen hebben (de jongere G
gewijde literatuur tot ons zijn gekomen, doch wij moeten ons tevreden stellen m
en, een rijke godsdienstige lectuur te hebben bestaan. Evenwel, Alexander de Groote, die aan het Perzische rijk een einde maakte, trad ook tegen de
euw na Christus aanwezig, althans een schrijver uit die dagen heeft er 20 in de oorspronkelijke taal voor zich gehad, 19 bovendien in een ander dialect, het Pehlewi, dat hij beter verstond. Ook deze verzameling is echter v
hoofdzaak reeds door Anquetil du Pe
ueelen aard, bevattende te
gd bij die offeranden, waarbij ?
daēva's = duivelen) in 2
Yazata's (verheven wezens) aan wie 27
alenders, gebeden, spreuken, gewo
voor, de zoogenaamde Gātha's (oude liederen), die ook wat hun taal betreft, van de overige deelen verschillen en in wier leer ook sommige denkbeelden en leerstellingen van het l
orkonden en van enkele andere berichten van het
zich noemden, samenwoonden in de landstreek ten noorden van Voor-Indi?. Vandaar uit gingen
den Yima, den eersten mensch: mythisch koning van het oudste menschdom en van het doodenrijk.4 Ook wisten zij toen reeds in hun mythen te gewagen v
ijkheidsdrank, waaraan men zich een gewijden roes dronk: een middel toch za
lken, in zich opnam, door hunne goden een plaats te geven onder de verhevenen. Bij de Perzen echter heeft-zeker geruimen tijd na hunne scheiding van de vroegere landgenooten-een bepaalde hervorming van den godsdienst plaats gehad, een hervorming, die verband hield met een belangrijken maatschappelijken overgang: dien van zw