n, maar toen zij zoo langzamerhand zeven jaren werd, vond zij het toch wel akelig dat andere kinderen broertjes en zusjes hadden en zij niet. Zij verlangde
voorbij is, zul je naar school gaan. Maar ik vind het niets pret
niet, Moe?"
elen langen dag alleen, en heb zoo'n
kom toch thuis om te eten en dan den geheelen avond
verlangt om te gaan leeren," zeide haar moeder. ?W
at zij dan op school moest leeren. Zij vond alleen het vooruitzicht maar zoo hee
dan kan ik u misschien wel eens een verhaa
zijn," zeide haar
rdig zijn?" vroeg
nna vroolijk uit. ?Ik had
vroeg haar vader weder. ?Zal ik het ook zoo aardig vin
schalksch tegen haar moeder knip
j laten komen," antwoordd
ande. ?Ik zei tegen Moe, dat ik, als ik op school ben en lezen kan
dde haar vader. ?Nu, Anne, ik v
eide haar moeder. ?Zij wou zoo graag vrien
lang moet zij nog geduld hebben. En dat wil mi
is nu pas April. Hoe komen al di
l wat op weten te bedenken,"
oeg Anne nieuwsg
pen," zeide haar vader lachend.
d had. 't Was in 't einde van April, en prachtig mooi weer, een van de zomersche dagen, zooals men d
met mij te gaan wandelen?" zeide haar moeder,
er de buitenplaatsen? Daar groeien zoovee
moeder, ?maar veel bloemen zul je nog niet vinden, want 't i
dien kant maar opgaan, dan weet ik van den
om, want 't is nog geen weer om zonder mantel uit
beiden op weg, en Anne was zoo vroolijk, dat zij dansende en springende vooruitliep. Na een uurtje gewandeld te hebben, gingen zij weer naar huis, want het werd zoo lan
meend, mijn Anneke een kameraad te moeten meebrengen, die haar gezelschap
efst kooitje en daarin - een prachtigen, gelen kanarie. Haar vader zet
roeg ze, want ze kon niet ge
ie kanarie is je eigendom, en ik hoop
ne uit, terwijl ze het bekeek. ?Ha
armpjes om zijn h
lkameraadje!" zeide ze.
vader. ?Maar spoedig zal het leeren zingen, en
ep Anne uit. ?En wat een heldere, dottige o
er. ?En ik denk, dat het je
ijn hand te pikken, net als 't kanarietje van Klaartje hiernaast doet. Dat vlie
k zelfs niet om zijn kooi open te zetten, want het mocht
lf schoonmaken en et
de haar moeder. ?En dan mag
jk! Dat is pretti
ar alles doen, wat moede
ordde Anne, die haar oogen niet
witte bekje, waarmee 't zoo aardig langs zijn stokje streek, als wou 't het schoonmaken, of het zaad oppikte dat aan den eenen kant van 't kooitje in een bakje was, terwijl aan d
" zei Anne, terwijl ze de won
?Zoo'n lief kanarietje moet ook in
kamer blijven, zoolang al
halen, en dan zullen we het daar ophangen. Als
, mijn kanarietje. En als het dan zingen kan, is 't eerste wat ik hoor een m
r vader. ?Want de kanaries worden zoo vroeg wa
. ?Zoo vlug ben ik niet. Als het me dan
halen en kwam spoedig terug. Hij sloeg den s
kun je den kanarie precies
sgierigheid om mijn kanarietje te zien. Mijn kanarietje. Wat een aardig idee is dat, mijn
n zoo, dat je het ui
t waar? Want ik wou het vandaag graag dicht
r vader. ?Als het voor je staat,
telkens iets nieuws aan opmerkte. Zoo vond ze onder andere, dat het diertje zulke lieve,
cht moeder wel om, want als Anne het eten had vergeten, dan
geltje niet even aan Betje hier naast laten zien? U weet wel, die oude vrouw; ze is wel
jk; ?'t oude mensch zal er misschien wel schik in hebben. Maa
eindje, niet meer dan een
dat je ziek werd," antwoordde haar moeder. ?Daar is je hoed, en nu dit dasje om. Zie zoo, maak nu
Anne vroolijk en sprong met haar
ndelijk ontvangen, want deze had wat graag, dat zo
wat heb je daar? Een kooitje met een kanarie er in, wel, wel! Of
zoo hard ze kon, want Betje was immers doof. ?Ik heb h
oral op passen," zeide de oude vrouw hoofdschud
je; ik zei, dat vader het voor
zeide de oude vrouw. ?Ja, zie je, k
e luid. ?Hoe zacht en geel zijn de veertjes; e
toch niet goed voor; breng het diertje dan liever bij mij: het rookt hier nooit. Of ik zou h
rstand, wat zij bedoelde, maar daardoor was h
iet te lang moest blijven, en bovendien ik verlang al om mijn
wde zij nog zoo, haar stemmetje was veel te fijn, dan dat de oude vrouw haar zou kunnen ve
moeder met haar mee naar
ig in de handen gekomen en hij had er niet eens heel veel voor gegeven. Hij was namelijk bij een ke
had hij gezegd. ?Maar dan moe
itgezocht, omdat het voor de lieve Anne was, en een mannetje, opdat het zou leeren zingen. Want de wijfjes-kana
schik was. En 't mooiste van alles was, dat het geen present was waar de aardigheid gauw af was, maar een, dat haar alle dagen liever zou worden. Den geheelen dag stond haar mondje niet stil van den kanarie; en
en ze 's morgens wakker werd en haar oogjes opsloeg, was 't eerste wat ze zag, haar kleine lieveling, die haar met
om, want elk oogenblik ontdekte zij nieuwe deugden in haar vogeltj