e geeste
aar de kleur van hun gewaad. Zij beschouwen de kloosterlingen in het algemeen als een hoop onbeschaafde lieden, als onwetende, zedelooze leegloopers, die tot niets diens
mannen, die hunne kerk liefhebben, den priester hunner parochie gaarne ondersteunen, en die niets liever wenschen dan hun vaderland den eersten rang onder de christelijke mogendheden te zien innemen. In Rusland,
I bezoekt het kloo
g, hetzij op staatkundig, hetzij op kerkelijk gebied, bij de monniken heeft ontmoet. Om zich van deze stemming der gemoederen en den aard der bestaande spanning volledig rekenschap te kunnen geven, is het noo
n langs de Beneden-Wolga en voor Siberi?, ware deze beschrijving onjuist: maar het eigenlijke Groot-Rusland is voor de monniken een waar paradijs. Van Kem aan den oever der Witte-zee tot Bjelgorod aan de grenzen der Ukraine,-een afstand va
uitgestrektheid van misschien honderd mijlen; eene naakte hei, met schraal, armelijk, bruin gras begroeid; en hier en daar met eene verzameling van ellendige leemen hutten, in modder en slijk verzonken, waaraan de naam van dorp kwalijk voegt. De schrikkelijke eenvormigheid van zoodanig landschap ware niet uit te houden, indien niet telkens het oog van den reiziger geboeid, zijn hart verkwikt werd, door het gezicht van een klooster, dat op een open plek in het woud, aan den zoom der eenzame v
heid van vele mijlen boven en beneden de stad, met oude godsdienstige gestichten bezaaid. De voorsteden van Nowgorod prijken met de prachtige kloosters van Sint-George, Sint-Cyrillus en Sint-Antonius van Rome. Moskou is omgeven van een breeden kr
chtigste drijfveeren in het leven des volks en der individuen is:-een tijdperk, dat aan den middeleeuwschen heldentijd der germaansche wereld denken doet. Wat echter voor ons, behoud
rijgelaten, verliet hij zijn dorp en begaf zich naar Tro?tza, nabij Moskou. Daar nam hij den naam van Filippus aan, kleedde zich in een pij en kap, en groef voor zich zelven een hol onder den grond. In deze onderaardsche woning sleet hij vijf jaren; toen zocht hij een ander verblijf op, nog beter aan zijn wenschen beantwoordende, en wel op het kerkhof, te midden der graven van het klooster; daar bracht hij twintig jaren door. Hij had zijne vrijheid te lief, om zich door het afleggen der kloostergelofte daarvan te berooven: maar door de ondervinding geleerd, dat
el, een ander tien, een derde honderd: iedere gave was hem welkom. Weldra had hij een niet onaardig kapitaaltje in de bank. De prenten brachten hem meer op dan de kruisen; want, naar de algemeene overtuiging des volks, brengen de eersten zegen aan, terwijl de anderen boden zijn van ongeluk. Schonk Philarethes aan eene of andere vrome vrouw een kruis, dan keerde zij huiswaarts, bezwaard van harte. Het symbool des christelijken geloofs is in Rusland nog niet afgedaald tot den rang van een gewoon sieraad of toile
op al zijne tochten was hij steeds vergezeld door een ander, niet minder zonderling personage, Iwanouchka, Johannes de Kleine (familiaar Jantje) genoemd, die nooit sprak, maar altijd zong. Iwanouchka zong in zijne cel, zong op den weg, zong langs de huizen, zon
g een bezoek ging afleggen bij eene harer vriendinnen, de echtgenoote eens koopmans van het eerste gilde van Moskou, zij deze voor den kluizenaar geknield vond, bezig zijne voeten te wasschen. En dit was niet maar een ijdele beleefdheidsvorm: want Philarethes liep barrevoets, en de straten van Moskou zijn met harde keien geplaveid en bij uitnemendheid morsig. Zekere bejaarde juffer Seribrikoff placht er zich op te beroemen, dat het haar eenmaal vergund was geweest, de wonden van den heiligen man te reinigen. Jonge bruiden baden hem op hare bruiloft te verschijnen: want bij zulke gelegenheden was hij vaak gewoon te profeteeren; en met godsdiensti
. Toch waren de laatste levensjaren van Philarethes-Ouchka niet de gelukkigste. Zijn machtige beschermheer was gestorven; en Innocentius, de nieuwe metropolitaan, een ernstig man, vol ijver voor zijn geloof, had weinig op met de zonderlinge praktijken van den kluizenaar, en verklaard
deze beide machten zijn in Rusland, immers bij de overgroote meerderheid des volks, nog in geenen deele inheemsch, zij staan, in zekeren zin, buiten het nationale leven. Daarentegen hebben de monniken op hunne zijde de traditie, de ingewortelde gewoonte, de overgeleverde pi?teit. Ook beschikken zij over alle hooge kerkelijke betrekkingen, en over zeer groote levende krachten op allerlei gebied. De vrouwen zijn voor he
en, de heilige plaatsen. Zij bewaren de beenderen der heiligen; uit hun midden komen nieuwe heiligen voort. In het gouden boek der russische kerk komt geen enkele naam voor van een
erlinge vormen aan. In het vorige jaar (1868) stierf in het krankzinnigengesticht te Moskou een man, Iwan Jacowlewitch genaamd, eene zonderlinge vermaardheid verworven had. Velen hielden hem
noch zijne haren te kammen; nimmer zijne lompen te zullen afleggen; nimmer op een stoel of bank te gaan zitten; nimmer aan een tafel te eten, noch een mes of vork te gebruiken. Krachtens deze gelofte leefde hij als een hond, op den grond liggende en zijne spijzen op
Kov
n hem allerlei lekkernijen, gaven hem geld ten geschenke, en vertelden hem hare dierbaarste geheimen. Op den grond gezeten, staarde hij met half wezenloozen blik zijne bezoekers aan, en mompelde eenige onsamenhangende woorden, die zijne hoorders, met de uiterste
ren: maar de toeloop was zoo groot en de begeerte van het publiek om hem te zien zoo levendig, dat de uitspraken der wetenschap en de regelen van het gesticht daarvoor zwichten moesten. Toen de arme krankzinnige eindelijk st
e armenische, de koptische, de grieksche-werken deze richting in de hand: maar geene andere kerk kan op zulk eene menigte kluizenaars wijzen als de russische. Haar kalender wemelt van de namen van kluizenaars en asceten; en hetgeen men van de ontberingen
e, en voeden zich met de schraalste spijs. Geene vrouw mag deze heilige plek betreden, dan eenmaal in het jaar, op den dag van Maria-Hemelvaart.-Aan gene zijde van het meer bevinden zich de katakomben, diep in den grond uitgegraven. Wij staan voor de nauwe opening, die naar deze onderaardsche verblijven voert, en steken ieder onze kaarsen aan; een monnik maakt het teeken des kruises, prevelt eenige onverstaanbare woorden, en daalt de smalle trap af. Wij volgen langzaam, een voo
d-gelo
dooden zouden storen.-?Wat is dit voor eene opening in den muur?"-De monnik staat stil en beweegt zijn spookachtigen fakkel. ?Een cel, zegt hij; h
toon, de liturgie. Achter dit kerkje bevindt zich de heilige put, waarvan het water, naar men zegt, heilzaam is voor lichaam en ziel.-Toen wij weer boven waren gekomen, vroegen wij nadere inlichtingen omtrent den kluizenaar, die lange
nog geen vier-en-een-halven voet hoog: in Rusland vooral mag hij dus met recht een dwerg worden genoemd. Een dunne grijze baard, verwarde haren, een donkerkleurig gelaat, en kleine scherpe oogen-ziedaar zijn portret. Nooit besmet hij zijn lichaam door de aanraking met water of zeep; nooit kamt hij zijn haren of zijn baard: wat toch is de mensch, dat hij zich zou verhoovaardigen op zijn vleesch? Zijne kleeding bestaat uit vodden en lompen; want hij versmaadt het betamelijke en warme gewaad van den monnik. Heeft hij dringende behoefte aan eenig kleedingstuk, dan gaat hij niet naar het magazijn, maar naar de bergplaats waar de afgedragen kleederen worden bewaard, en vraagt van den monnik, met het opzicht daarover belast, de vers
, te volvoeren; ontdekt hij onder de schare een of anderen schooier, zoo vuil en ellendig dat iedereen hem schuwt, dan zoekt hij dien verlatene op en groet hem als zijn meester. In den winter, als de sneeuw in dichte lagen den grond bedekt, slaapt hij op de binnenplaats in de open lucht; des zomers, als de hitte op het hoogst is geklommen, gaat hij blootshoofds in de zon liggen. Wie hem bespot, mishandelt, besteelt,
e wonderen behooren niet tot een ver verleden, maar tot de geschiedenis van den dag; zij geschieden niet in het verborgen, in een of a
oster van Sarow werd door het gansche land beroemd.-Op tien mijlen afstands van zijne eigene kluis, stichtte Seraphim een tweede klooster voor vrouwen. Van een edelman ontving hij een stuk gronds ten geschenke; kooplieden gaven hem het noodige geld: want zijne gunst werd begeerlijker geacht dat het bezit van geld of goed. Schoone en aanzienlijke vrouwen kwamen hem bezoeken; zij namen haar intrek in het huis, dat hij voor haar had gesticht, en waar zij van de wereld afgezonderd konden leven, zonder zich door de kloostergelofte voor altijd te verbinden. Eindelijk gebeurde er een wonder. Eene lamp, die voor eene beeltenis der Heilige-Maagd hing, ging plotseling uit, terwijl Seraphim op den grond lag geknield; het werd duister in de ka
t, wacht hij zijne plechtige canonisatie nog slechts van de kerk. Iedere nieuwe keizer maakt een heilige, zooals in Turkije iedere ni
eilige van de orthodoxe kerk: Tikhon is de offici?ele heilige van de tegen
onden, waar hij zoo ijverig leerde en arbeidde, en zoo groote vorderingen maakte, dat hij, na afloop van zijn leertijd, tot onderwijzer bij die school werd benoemd. Maar zijn hart was niet bij het onderwijs. Reeds als kind was het zijn lust, gewijde liederen te zingen, de mis bij te wonen, alleen te zijn met zijne boeken; mitsdien vermeed hij zooveel mogelijk den omgang met menschen en schuwde hij de vermaken der jeugd. Een gezicht bepaalde zijne keus voor zijn volgend leven. ?Toen ik nog onderwijzer in de school was,-zoo verhaalde hij late
n den wortel aan, beginnende met de geestelijkheid. Ten einde den priesterlijken stand te verheffen, en hen die zich daarvoor voorbereidden, achting voor zich zelf in te boezemen, verbood hij het gebruikelijke geeselen op de seminari?n. Deze hervorming was slechts een voorteeken van hetgeen volgen zou. Langzamerhand wist hij door leer en voorbeeld zijne geestelijkheid te bekeeren; hij noopte hen als priesters te leven, alle onmatigheid en ongerechtigheid te schuwen, en zich als ware dienstknechten Gods te gedragen. Binnen twee jaren hervormde hij de scholen en zuiverde hij de kerk. Met niet minder zorg waakte hij over de hem toevertrouwde kudde; ook daar ging hij het kwaad te keer. Meermalen moest hij harde woorden spreken: maar zoo groot was de eerbied, dien allen voor den goeden, ernstigen bisschop gevoelden; dat niemand zijn gebod dorst te overtreden. ?Gij moet doen wat Tikhon u zegt," sprak
an de Don, waar hij zich onledig hield met schrijven en het bezoeken van armen. Maar ook nu was zijn arbeid gezegend en rijk aan gevolgen: Tikhon was een der eersten, zoo niet de eerste, die openlijk optrad als voorspraak en pleitbezorger voor de lijfeigenen. Vijftien deelen van zijne hand hebben het
ft gaf de prins hem een slag in het aangezicht. Tikhon stond op en verliet het huis; maar toen hij een eind weegs was voortgegaan, begon hij te begrijpen dat hij zelf verkeerd had gehandeld, niet minder dan zijn beleediger. Deze man, zoo sprak hij bij zich zelf, heeft iets gedaan, waarover hij, als zijn drift voorbij is, zich zal schamen; en wie heeft aanleiding gegeven tot deze booze daad? ?Het was mijne schuld," antwoordde de boetprediker, keerde zich om en ging te
s ging kracht uit tot genezing der kranken: de kreupelen werden gezond, de blinden ziende, de gebogenen opgericht. De stemme des volks vorderde de heiligverklaring van dezen vriend der lijfeigenen; en de tegenwoordige keizer, aan die roepstem gehoor gevende, noodigde de heilige synode uit, het voor de canonisatie gevorderde onderzoek in te stellen. Eene com
dere bescherming Gods over het heilige Rusland, is de verdediging van Solowetsk door
in de bestaande omstandigheden, mogelijk was. Zes oude stukken vestinggeschut, die eene plaats in een museum hadden verdiend, werden van Archangel naar het klooster gezonden, tegelijk met vijf artilleris
schillende kerken en kapellen uitgeschreven; hij zelf bediende de mis voor de graven van Savatius en Zosimus, in de krypt der kathedraal, en ook voor de wonderdoende afbeelding der heilige maagd, door Savatius naar het eiland gebr
van een rus
osterklok zou worden geluid voor eene bijzondere dienst ter eere der Allerheiligste Moeder Gods. Als een der oude hebreeuwsche koningen, ontdeed hij zich van zijn plechtgewaad, vernederde zich voor het oog der eerwaarde vaders, en bad voor de graven van Savatius en Zosimus gek
ad genomen, ging op verkenning van het strand uit, twee drieponders door het zand met zich medevoerende; terwijl een aantal pelgrims en werklieden zich vrijwillig aanboden om de wacht te betrekken. Niconowits
mden de baai binnen. De Brisk begon den aanval: zij vuurde met schroot op het klooster. Het scheelde weinig, of de archimandriet, die op de kaai stond,
volle laag gaf. Drushlewski raapte den hem toegeworpen handschoen op; maar daar hij slechts weinig buskruit had, spaarde hij zijne krachten en berekende zijne slagen. De Brisk vuurde dertig mal
e in de Weverstoren waren geweest, zijn zegen. Toen de zon aan de kimme verdwenen was, waren
; juist was het Te Deum ge?indigd, toen een sloep, de witte vlag voerende, van de Brisk afstak en naar de kaai voer. Zij bracht een brief voor den archimandriet, waarbij de overgave van het klooster werd ge?ischt, met bepaling tevens dat de bevelhebber in persoon zijn zwaard moest overgeven, en dat het garnizoen krijgsgevangen zou worden. De engelsche admiraal O
de oorlogsorkaan daar buiten: toch werd de heilige dienst den ganschen dag door onverpoosd voortgezet, en zweeg in den tempel de stem des gebeds geen oogenblik! Terwijl de schare geknield lag, sloeg een bom in den koepel van de kathedraal, vernielde de houten kap, en deed de zoldering naar beneden tuimelen. De balken vatten vuur; de gansche kerk werd met rook gevuld; de vensters rammelden, de deuren vlogen open; het gansche gebouw dreunde en sidderde op zijne grondslagen;-de ontzette schare wierp zich met het gelaat op de steenen. Een man alleen behield zij
laatste sakrament. Vader Varnau zette zich in den biechtstoel, nam de geloovigen de biecht af, en diende het sakrament toe. De archimandriet was de eerste, die belijdenis zijner zonden deed, en het lichaam des Heeren genoot. De popen en andere broeders volgden; toen de pelgrims, de soldaten, de vrouw
laatste hij zich aan het hoofd der schare en leidde haar langs de wallen, onder het vuur des vijands. De groote klok luidde, de monniken en pelgrims hieven hun psalmen aan. Kogels en granaten vlogen snorrend over hen heen; de muren sidderden; de pannen stoven in splinters van de daken. Nabij den hoektoren aan het Heilige-meer gekomen, moest de processie stilhouden: een granaat had den windmolen getroffen en de wieken in brand gestoken. Psalmen zingende en luide biddende, wachtten allen tot het vuur was uitgebrand
erschrokken mannen inderdaad op de proef worden gesteld. Een oogenblik stond de processie stil; maar de aarzeling duurde ook slechts een oogenblik. De archimandriet, de beeltenis der moedermaagd opheffende, trad onbeschroomd in die dwarrelwolk van stof en rook; de monniken en pelgrims, de vrouwen en kinderen volgden, luide hunne lofzang
schande gemaakt, hoewel niet door menschelijke macht. Niemand in het klooster had eenig lets
ige-graf te Jeruzalem had laten bombardeeren. Verbazing, verontwaardiging, woede kookten in aller hart; tot straks de blijde mare kwam dat deze hemeltergende aanslag was mislukt en geheel te schande gemaakt. Sinds dat wonderjaar is de glorie van Solowetsk hooger dan ooit geklommen: eene bedevaart naar het klooster op het Heilige-eiland geldt voor bijna even verdienstelijk als een pelgrimage naar Bethlehem
ssisch