img De afsluiting en droogmaking der Zuiderzee. Weerlegging van bezwaren.  /  Chapter 4 De gevolgen van technischen aard. | 20.00%
Download App
Reading History

Chapter 4 De gevolgen van technischen aard.

Word Count: 6631    |    Released on: 06/12/2017

tste werk en die, zooals wij zien zullen, van zeer groot belang zijn voor de omliggende gewest

waterk

waterk

IJsel, belemmerden afvoer door de sluizen op Wieringen bij westelijke en noordwestelijke stormen, terwijl bij storm het water na

ar binnen worden gejaagd, 2o. door opwaaiing, 3o. door de oorzaken onder 1o. en 2o. tegelijk, zooals o. a. bij den stormvloed van 13/14 Januari 1916. Na de

dat de hoogste standen die op verschillende plaatsen langs het IJselmeer zullen kunnen voorko

ijk minder onderhoud vereischen voor de gedeelten langs het IJselmeer. Kwestie's als die van de Dronter Overlaat, het onbedijkt gedeelte tusschen den IJselmond en de Geldersch-Overijselsche grens (waardoor ook gronden in 't noorden van Gelderland op ongelegen tijden onder water komen), die van het Zwolsche Diep (overstrooming van Zwolle en belette waterloozing), van de Eem

gten te verwachten dan daar nu voorkomen, zooals ook de Regeering in de Mem

en (dus zonder sterken wind), de gemiddelde hoogwater- en laagwaterstanden aldaar misschien een 40 cM. resp. hooger en lager worden en daardoor wellicht ook de stormvloeden zooveel rijzen, vooral in den hoek

en daarover in den laatsten tijd verschenen gaan van de geheel onjuiste onderstelling uit, dat door de zeegaten altijd evenveel water naar binnen zal blijven stroomen,

e afwa

e afwa

de afwatering der omliggende gewesten, o. a. die langs de (Utrechtsche) Vecht, de Eem, voor de polders langs de

enkt dat o. a. in Juli–Augustus 1894 door hooge standen van Frieslands boezem (–0,25 à –0,14 N.A.P.) een schade, voornl. aan den hooibouw, werd toegebracht, die toen op 2 millioen gulden geschat werd,-en zulke hooge standen komen meermalen

uiderzee, zullen dus minder worden, die van de werken welke ter verbetering zijn voorg

zeestanden belet wordt, is door die gebrekkige uitwatering elk jaar één of meermalen zoo hoog opgezet, dat de loozing van de landen erlangs belet wordt, sommige hiervan zelfs onder water komen, doordat het Vechtwater op enkele plaatsen ove

j betrokken landen. Wordt aan de Eem en het te maken verlengde, zooals voorgesteld wordt, een zeer ruim profiel gegeven, dan wordt het lage IJselmeerpeil dicht bij Amer

oor een sluis te IJmuiden op de Noordzee en grootendeels met behulp van een stoomgemaal te Schellingwoude op de Zuiderzee, zal door de afsluiting zeer worden gebaat, omdat dan die afwatering grootendeels door sluiz

er lage Zuid

omdat een krachtige loozing vooral afhangt van het verschil in hoogte tusschen binnen- en buitenwater. Dit geldt vooral voor die streken, waarvan de waterloozing hoofdzakelijk van die lage standen afhangt, zooals die van het N.W. van Overijsel. Deze kunnen nu in het voorjaar bij de dan heerschende O. en N.O. winden, dus lage afwaaiing van de Zuiderzee aldaar, hun groote massa's overtollig winterwater gemakkelijk kwijt worden. Maar daarna in den zomer, bewegen de getijen zich hier tusschen nauwe grenzen, de

e na zich eerst nog te hebben ingepolderd, en de aanleg en het gebruik van de bemalingsmiddelen zal veel minder kostbaar zijn dan nu, omdat zij het water dan niet meer op zoo hooge en veranderlijke bu

afwatering v

ust op zee uitwatert. Nu is de meest gewenschte stand van dien boezem in den zomer 10 à 15 cM. boven Friesch Peil (= Z.P. = 0,66 N.A.P.) dus 0,56 à 0,51 beneden A.P., maar de gemiddelde ebben t. Z. van Makkum zijn hooger, zoodat de sluizen aldaar slechts bij lagere zeestanden, voornl. bij oostelijke winden in het voorjaar tot de afwatering kunnen bijdragen. T. N. daarvan echter dalen de ebben al meer en meer tot –1,44 N.A.P. in de Lauwerszee aan de Dokkumer Nieuwe Zijlen en daar dit ook de

iden dus, niet ingepolderd is en dus bij hooge boezemstanden wordt overstroomd,-bij een stand

anden zijn natuurlijk uitsluitend grasland; zij staan 's winters in den regel voor een groot gedeelte onder, maar komen

r de kleistreken, waar dat water eenige kleideeltjes bevat, maar overigens niet. Kan men bovendien die land

oomgemalen aan de zuidzijde der Provincie, waartoe reeds besloten werd. Maar kan men door de afsluiting der Zuiderzee, dus afwatering op –0,40 A.P.,

's winters nagenoeg nooit mogelijk is (Rapport a. h. Dag. Best. der Zuiderzee-Vereeniging omtr. de voordeelen voor

is, hoe vreemd dit oppervlakkig beschouwd ook moge schijnen, de gelegenheid die door

nvulling en wat

nvulling en wat

IJsel wordt aangevoerd, dan is het duidelijk dat het IJselmeer reeds bij de afsluiting minder zout zal zijn dan bi

aan inzien. De daardoor verkregen verhooging van het voortbrengingsvermogen der aangrenzende gewesten is zoo belangrijk, dat de kos

. Zoo laat o. a. Rijnland bij droogte en ter verversching van zijn boezem te Gouda uit den Hollandschen IJsel water in,-70 à 190 millioen M3 's jaars al naar de behoefte, soms 2 millioen M3 per dag. Uit de

, Lid v. Ged. St. v. Friesland, en K. Breebaart Jzn. te Winkel, op verzoek der Zuiderzee-Vereeniging verslag uitgebracht over de voordeelen van de voorziening met zoet water, resp. v

IJmuiden en te Schellingwoude. Bovendien wordt het vervuild, doordat Amsterdam zijn grachten doorspoelt-als men het zoo noemen wil, want de drabbige massa heeft 8 dagen noodig om van het oosten der stad naar het westen te komen-door Zuiderzeewater in te laten bij Zeeburg en het te loozen op het Noordzeekanaal, in plaats van andersom te spuien, wat ech

an verversching met zoet water ketelwater zal worden verkregen dat niet te schadelijk is voor ketels en machines, ook in de streken waar het nortonwater zout of zeer zout is; 2o dat het vee door het gebruik van brak water licht diarrhee kr

n alle soorten van gronden, vooral van de grasgronden zeker zal worden verhoogd door geheel zoet water in pla

t men nu voor ongeveer drie ton gouds een (bron) drinkwaterleiding aangelegd, waarvoor het water door diepe boring moest worden verkregen en daarna scheikundig gezuiverd-duur du

en treurig uit. Vele perceelen hebben een echt wintersch aanzien, dor en kaal, waarop het weidende vee nauwelijks den honger kan stillen. Daarbij ontbreekt het drinkwater in de slooten, zoodat het ongerief en de schade zeer groot zijn. Onder Bolsward wordt op een boerderij nu reeds zeven weken hooi gevoederd aan de beesten en op verschillende plaatsen aldaar melkt men minder dan de helft

eef is zout geworden door de vermenging met binnengeschut zeewater. Alle visch is dood. Ziedaar de toestand langs de westelijke kust van Fr

der Provincie, door het vele schutten, voornamelijk te Harlingen, ook te Stavoren, maar het zoutgehalte is daar geringer. Daardoor worden ve

rstand-?is die welke te lage waterstand in den zomer veroorzaakt. Wanneer de droogte lang aanhoudt en ook de slooten beginnen droog te worden, dan zijn de ellende en de schade niet te overzien." In 't bijzonder wordt dan aangetoond de mindere

eil voorkomen,-en dit geldt zoowel voor de kleine schipperij als voor de groote tjalkvaart op den waterweg de Lemmer–Stroobos, deel uitmakende van dien van Holland naar Groninge

gaan, omdat nu 's zomers veel zout water op den boezem komt, wat groote uitgestrektheden ongeschikt maakt voor visch (behalve voor paling) en veel visch doodt, en eindelijk omdat het afvalwater van enkele fabrieken (o. a. van de beruc

, bij rotting veroorzaakt door het hooge zoutgehalte, en omdat het boezemwater vaak door de schippers gedronken wordt

et IJselmeer zal meebrengen zuiver water, zuiverder luch

stoomketels in Friesland 550 bedraagt (incl. die van de stoombooten) en dat die minstens 6 keer per jaar meer moeten gewasschen worden dan wanneer geheel zoet water ten dienste stond voor de ketelvoeding. De kosten daarvan en

an toepassing op het Land van Voll

het Land van Vollenhove zal aan de mogelijkheid van voldoende zoetwatera

heeft, zoodat ook natte tijden daarna weinig of geen schade kunnen veroorzaken, laat men veelal het water nie

de gezaghebbers altijd geslingerd worden tusschen de vrees voor te veel en die voor te weinig water. De Heer Rengers, die daaraan zelf zooveel deelnam, zegt d

altijd putten kan zooveel men noodig heeft, dan zal men ook elk oogenblik den boez

onderdoor den

or een afsluitdijk het zeewater werkelijk van het IJselmeer

p een daarop rustende keilaag werd aangelegd, zooveel water door dat zand naar binnen zou dringen, dat men den bo

recht, dat uit laboratoriumproeven in nauwe glazen buizen en met van elders (dus niet van den Zuiderzeebodem) gehaald zand geno

hil in waterstand buiten en binnen (drukhoogte), zou op grond van op verschillende plaatsen in ons land opgedane ondervinding, volgens de Commissie bij een drukhoogte van 4 M. nog betrekkelijk gering zijn. En

elk getij overdruk van binnen naar buiten zal zijn. Gebruik makende van dezelfde wijze van berekening als de genoemde commissie vindt men, dat in gewone omstandighed

gen invloed hebben op het zoutgeha

eveelheid wate

ldoende hoeveelheid zoet water beschikbaar zijn ter in

ig behandeld in de 4e Nota

n gunstige omstandigheid is, dat in de maanden als de verdamping het grootst is (1 Mei–1 September) de IJsel gewoonlijk niet het minst afvoert, daar h

ijn om de nieuw drooggemaakte gronden, Friesland en Hollands Noorderkwartier van water te voorzien,-wat echter slechts een daling van 2 cM. van het IJselmeer zou kunnen veroorzaakt hebben. Dit zou dus zeker geen

oo zal bij dien stand altijd water ingelaten kunnen worden. Mocht de stand van het meer lager zijn of plaatselijk door afwaaiing dalen, dan kan me

lating geschikt, maar zij alleen is daartoe niet vermogend genoeg. Er z

fsluiting voor

e sche

rt geen nadeel ondervinden, integen

zeer groot gedeelte, ? à ? van de geheele sche

reft het Zwolsche Diep, de Lemmer en het Ketel

en; de verschillen tusschen H.W. en L.W. zijn trouwens gering,-in de zuidelijke kom 25 à 50

uidelijke kom, dat van –0,40 A.P. 's winters ongeveer 20 cM. lager. Maar deze verlaging komt ook nu herhaaldelijk voor bij lage ebben,

luiting de bevaarbaarheid t. O. van Schokland onvoldoende worden. Daarin zal worde

nnen worden en waarvoor dan H.W. moet worden afgewacht, door uitbaggering en verlenging der havendammen

n breeden waterweg van Amsterdam daarheen. De ondiepste plaatsen komen voor in de geul die naar de Oranjesluizen voert en waa

rden bekort wegens het kleiner verschil tusschen de standen op het Noordzeekanaal en het

wij zagen, een nieuw aan te leggen kana

t niet meer in die mate spoken als nu en dan op de Zuiderzee het geval is. Menige hooge lading of deklast ging op de soms woeste watervlakte van dezen zeeboezem verloren, om van het verlies van vaartuigen e

baanvoer op

raakt is de verondieping van het IJselmeer door het

het zand zal zich na de afsluiting wel op dezelfde plaats blijven neerzetten als daarvóór, nl. op een

ote meer, dan zou die in de eerste halve eeuw na de afsluiting den bodem slechts 1,5 cM. verhoogen. Het spreekt echter van zelf dat de verdeeling niet gelijkmatig over

r tegen 3? percent aangegroeid tot ?2.857.000 een rente zou geven voldoende om jaarlijks 400.000 M3 tegen 25 cts per M3 uit het IJselmeer te bagge

ven liggen, daar zij de scheepvaart niet hinderen en ook de waterberging van het IJselmeer, die alleen van zijn oppervlakte en niet van de diepte afhangt, niet kunnen wijzigen. Daarentegen is op enkele andere plaatsen veel hinderlijk

an technis

s breed uitgemeten ter bestrijding van het geheele plan. Dit nu is een fout. Al mochten enkele opmerkingen omtrent den aanleg van onderdeel

ijn zulke opmerking

scommissie niets anders is dan een voor-ontwerp in groote trekken,

naar zij zullen worden uitgevoerd, dan zullen zij ongetwijfeld rekening houden met het beste en nieuwste wat de

ndergeteekenden, dat het plan der indijking en droogmaking van de Wieringermeer en van de overige in verband daarmede uit te voeren werken reeds thans tot in onderdeelen zouden worden vastgeleg

king van de Wieringermeer, samengesteld door den ingenieur van 's Rijks Waterstaat de Blocq van Kuffeler". Men ziet daaruit dat in bijna alle onderdeelen,-in sommige zeer veel!-is afgeweken van het globale plan der Staatscommissie, o. a. te

el aan de veiligheid der bewoners van de nieuwe landen van grooten invloed zou kunnen zijn op de oeconomie van het geheele plan. Maar het is immers niet denkbaar, dat de waterst

troom weinig of geen opwaaiing plaats heeft, maar dat van daaruit het water opwaait over de ondiepere gedeelten, b.v. uit het Vlie naar de Friesche kust, wat te Harlingen eene hoogste waterstand bij stormvloed van +2,90 A.P. heeft veroorzaakt. Daar nu de Texelstroom op ongeveer denzelfden afstand

n bij den afsluitdijk misschien wat hooger zullen stijgen dan nu en i

aarmee in den laatsten tijd geheel ten onrechte onrust wordt veroorzaakt. Immers er behoeft dan ook slechts ongeveer de helft van het water door de zeegaten naar binnen te stroomen om de overgebleven kom zoo hoog op te zetten dat er evenwicht is tusschen

e Friesche en Noord-Hollandsche dijken, maar ook om andere zaken die met de waterstanden aldaar samenhangen, o. a. de te verwachten snelheden in de sluitgaten, enz. Mocht dan blijken da

an gewape

. Het kan en zal waarschijnlijk gebeuren dat sommige onderde

meer en meer toepassing vindt, zal misschien zulke belangrijke

e mate kan gewapend beton in uitgebreiden zin van toepassing zijn bij den afsluitdijk, de meerdijken, den bouw der k

erdam, J. M. Van Elzelingen, Hoofdingenieur v. d. Prov. Waterstaat in Zuid-Holland, B. Hogenboom, Oud-Inspecteur Generaal van 's Rijks Waterstaat, G. J. De Jongh,

usschenruimten in verband tegen elkaar steunend, te doen zinken en daarop en daartegen het lichaam van den dijk op te werken, zoodat zij niet aan de inwerking van zeewater zijn blootgesteld. Eenige besparing van koste

ter was deze binnen een cirkelvormigen ringdijk in zee t. O. van Wieringen aan te leggen, omdat daardoor 7 ton onteigeningskosten voor het kanaal door

ld.

ring v. h. Noordzeekanaal in verband m. d. afsl. en droogm.

over den toestand der afwatering in een deel van

Welderen Bn Rengers in een rede, geh. v. d. verg. der Afd. Tietjerksteradeel der Fr. Mij van Landb. 28

ing der Zuiderzee. Uitg. d. d. Zuid

Okt. 1904 door Mr. G. Vissering, destijds

de-Maatschij, 22e Jaar

eid v. d. Zuiderzeebodem. Versl. en Med. A

verschillende drukhoogte door zandmassa's van verschillende samenst

. Inst. v. Ingenie

derzee-Vereeniging

atscommissie J. W. Welcker als Bijl

egging van bez

., bl.

Zuiderzee-Vereen

Download App
icon APP STORE
icon GOOGLE PLAY