De afsluiting en droogmaking der Zuiderzee. Weerlegging van bezwaren. / Chapter 2 Geschiedkundig overzicht der plannen tot afsluiting en droogmaking. | 10.00%n v. Di
Lauwerszee afsluiten en droogleggen, doch zóó, dat een breede open verbinding overbleef tusschen het Marsdiep en het Vlie. Het water van den IJsel zou door breede stroombanen langs de kusten van de Zuiderzee naar de Noordzee wor
over een rapport uit te brengen. Dit is 3 Nov. 1849 uitgebracht, maar eerst in 1867 bekend geworden. Het adviseerde om eene Staatscommiss
rd in 1864 een request van waterschapsbesturen aan de Regeeri
Beije
gmaking van het zuidelijk gedeelte der Zuiderzee door den Inspecteur van 's Rijks Waterstaat J. A. Beijerinck, dat spoedig gereed was2). Dit stelde voor
rticulieren kon worden overgelaten, dan wel of uitvoering van Staatswege aan te raden was. De Raad, hoewel hij veel technische bezwaren had, nam de mogelijkheid der droogmaking
d plan B
vervangen door een Comité Rochussen-Bosch-van Randwijck. Dit deed een gewijzigd plan Bei
et ontwerp voor het indijken, enz. van het Zuidelijk gedeelte der Zuiderzee. Deze von
er H.A., doch ontving eerst in 1873 antwoord met de mededeeling,
ngsontw
00 voor eenige onderzoekingen, boringen, enz. op de Staatsbegrooting uitgetrokken en 18 April 1877 werd door het Ministerie Heemskerk het eerste wetsontwerp a
ontwerp Beijerinck, nl. van Blokkershoek t. Z. van het En
57000 HA., waarvan 144000 HA. klei. Raming van
n,-en ter andere om den dijk op klei te kunnen leggen en niet op zand, daar in dit laatste geval volgens Prof. Harting zooveel kwelwater onder den dijk door naar bi
reden en vervangen door een Ministerie Kappeijne, was een der eerste d
n Jhr. P. Opperdoes Alewijn4), omdat het voor 't eerst voorstelde een noordelijker afsluiting met behoud van een groot wateroppervlak daarbinnen,-welke eenvoudige oplossing tot voorloopige berg
weede Kamer A. Buma een wetsontwerp in, luiden
egaten en het vormen
iseeren daarvan van Staatsw
en, toen hij zag dat het geen kans had om te worden aangenomen, e
uitvoering van het groote werk, dat reeds zoo lang velen had beziggehouden, op degelijke wijze werd voorbereid. Toen is het st
Buma en V
de Kamer der Staten-Generaal en der Provinciale Staten, hunne bekende circulaire op en zonden die in Augustus van dat jaar aan besturen van Provinci?n, g
egaten moesten worden afgesloten (waaronder het Zeegat van Texel, waarin 30 à 40 M. water staat), ?ter opheffing van het Zuiderzeegevaar dat meer en me
alles wat met de Zuiderzeezaak in verband staat en van een beteren grondslag waarop een plan van afsluiting en droogmaking kon worden gebouwd-, dat er nog zeer veel gegevens ontbraken en dat o. a. nog beantwoord moest worden welke gevolgen een afsluiting en droogmaking zou hebben voor de waterkeeringen, voor de afwatering der aangrenzende gewesten, voor
g werd verzocht van genoemde besturen
Zuiderzee-V
afgevaardigden uit die besturen en van enkele particulieren de Z
of, en zoo ja, naar de wijze waarop en de middelen waardoor eene afsluiting (mede ter voorbereiding eener late
zoo: het onderzoek naar een betere beveiliging van Nederland tegen het zeege
Zuiderzee meebracht. Maar van zulk een verruiming in de laatste eeuwen was geen sprake5). En reeds het begin van het onderzoek toonde
zoek van al de hierboven genoemde punt
van Diggelen, onder-voorzitter, Wertheim, penningmeester en van der Houven van Oordt, secretaris. De Vereeniging stelde in haar dienst de ingenieurs van der Toorn en Lely. Eers
Zuiderzee-V
ereenvolgens verschenen 8 technische nota's, met tal van b
ald plan van afsluiting en droogmaking. Dit plan is opgem
resultaten van het technisch onderzoek, vervat in de 8 nota's." Later, Apr. 1898, verscheen het uitgebreider werk van H. C. van der Houven van Oordt
Staatscomm
commissie benoemd van 30 leden, deskundigen op de verschillende gebieden waarover de afslui
n wijze als door de Zuiderzee-Vereeniging is voorgesteld,
erk tot uitvoering m
taatscomm
7 leden;-de 6 leden die in ontkennenden zin antwoordden, grondden in hoofdzaak hun bezwaren op de groote finantieele verplic
den beantwoord: door den Staat, o
ilde zij met deze van inzicht of stelde zij wijzigingen voor in de uitvoering,-dit laatste vooral ten aanzien van de grootte e
ngsontw
Zuiderzee en droogmaking van de Wieringermeer en den Z.W. Polder. (Naar
ngsontw
ijking en droogmaking van de Wieringermeer. (Naar het plan der Staatscommissie, maar verkleind met het Z.O. diepste gedeelte;
ngsontw
luitdijk en de beide westelijke gedeelten eerst zullen worden uitgevoerd en de beide oostelijke zullen worden voorbereid in een gera
uwerszee, hare bedijking en droogmaking, bes
iderzee. Verzameling v. officieele bescheiden, u
ommissie ter beoordeel
king en inpoldering van een gedeelte der Zuiderzee in verb. m. d. richting v
Juni 1887 v. h. Kon. Instituut v. Ingeni
en alle den titel: ?Onderzoek omtrent de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee, de Wadden en de Lauwerzee" en-behalve de 6e en 8e
wijzen van afsluiting van de geheele Zui
iting op de waterkeering der
iting op de waterloozing der
ing op de waterverversching der
uiting op de scheep
osten van den afsluitdijk, de s
De invloed der afsluiting en droogma
en verricht in 1889 en 1890.-1. Grondborin
toestand en algemee
en droogmaking (na de afslui
oostelijk gedeel
westelijk gedeel
doostelijk gedee
ontwerp tot afsluiting der Zuiderzee over Wier
droogmaking van de Zuiderzee met o. a. een Bijlage: Schetsontwerp te

GOOGLE PLAY