Download App
Reading History
In Het Rijk van Vulcaan / de Uitbarsting van Krakatau en Hare Gevolgen

In Het Rijk van Vulcaan / de Uitbarsting van Krakatau en Hare Gevolgen

img img img

Chapter 1 No.1

Word Count: 15617    |    Released on: 04/12/2017

, die de uitbarsting van Krakatau vergezelden, vóór de diepe duisternis van 27 Augustus 1883 inviel, en, nadat zij was opgeklaard, in de kustlanden van Straat Soenda. Te Telok

kliefden de lucht. Toen viel de duisternis in, die zich ui

een schok evenals ingeslagen bliksem. Plotseling zag men in het Z.O. aan den hemel "een waaier of pauwestaart, van zilverwitte kleur, te

kogels" gezien "in vorm en lichtgla

t de lucht benauwd en met zwaveldampen vervuld is;" op Java's Eerste punt worden roode en gele

gebied der duisternis niet zóó uitgestrekt, maar de vreemde kleurschifting in den dampkring werd

bleef

uitspansel na zonsondergang nog ruim een uur in een rooden glans gehuld. Den 28sten Augustus werd, behalve op genoemde plaatsen, ook te Mauritius eene abno

in den Indischen Oceaan nagenoeg

het verschijnsel reeds de

verschrikt door een rood licht in het Zuid-O

lantischen Oceaan, tusschen de keerkringen. Bijzonder schoone zon

u naar de Antillen. In den Indischen Oceaan tot 36° Z.B. wordt prachtige roode kleuring waargenomen en in den Atlantischen Ocea

sondergangen Zuidelijker: zij bereiken de K

ndergang te New-York, Virginia en op verschi

ervolgens naar de Groote Stille Zuidzee. Zij heeft den 9den September de reis om de werel

nomen.-De reis om de aarde was afgelegd in 13 dagen. De blauwe zon had zich echter alleen vertoond tusschen de keerkr

ook buiten den keerkring waargenomen. De roode schemering breidt zich intusschen eveneens zóó sterk naar het Zuiden uit, dat nagenoeg het geheele

eis om de aarde

ngzamerheid uit over het Noordelijk gedeelte der Stille Zuidzee. Den 10den October zijn de schoone zonsondergangen reeds waargenomen te Shanghai op 31°

ekomen. Men bewondert ze reeds in Californi?,

zij er slechts sporadisch waargenomen. Steeds menigvu

en waargenomen over geheel Nederland, Engeland, Frankrijk, Duitschland, Denemarken en Itali?. Zi

edde het jaar

tropische natuur met hare oneindige vruchtbaarheid had de zege behaald over de alles verwoestende vulkanische krachten. Weer dekte een groen tapijt

geheele oppervlakte der aarde. Toen het jaar 1883 ten einde was, kon men

d. "Wat zou wel de oorzaak zijn van die merkwaardige optisch

en van zoovele verschillende nati?n, die allen het verschijnsel bewonderd hadden, tot hetzelfde besluit kw

d. Zij zouden oorspronkelijk in het gebied der tropen vertoefd hebben; langzamerhand echter zouden zij zich Noord- en Zuidwaarts uitgebreid hebben, zoodat zij op 't laatst van 1883 verdeeld wa

selen langzamerhand in glans en hevigheid, maar he

, dat er nog steeds Krakat

rvan moge het

het Nederlandsch en in 1886 in het Fransch geheel verschenen was, de uitbarsting van Krakatau zou hebben opgehouden een actueel onderwerp te zijn. Dat werk toch was zoo boven lof verheven en was schijnbaar zoo volledig, dat het kon beschouwd worden als het laatste woord van de wetenschap omtrent eene gebeurtenis, die wel zeer merkwaardig was, doch waarvan men toch langzamerhand genoeg krijgt. De Engelsche "Royal Society" had in 1884 eene Krakatau-commissie benoemd. Haar rapport verscheen eerst in 1888. Zij was dus in de gelegenheid het werk van Verbeek te raadplegen. Wat het geologis

an, zware droge mist, gekleurde zon en maan, zij hebben voor de commissie der Royal Society slechts ééne oorzaak: het Krakatau-stof. Voor den heer Verbeek is het toch onmogelijk, dat het Krakatau-stof alleen de oorzaak zou zijn van alle lichtverschijnselen. Volgens zijne berekening is er bij de uitbarsting minder dan één kubieke kilometer fijne asch uitgeworpen. Deze hoeveelheid, over de geheele aarde uitgespreid, geeft een laagje van 0,002 m.M. dikte, hetgeen zoo uiterst weinig is, dat de heer Verbeek niet kan aannemen, dat de asch nog zulk een belangrijke rol in de atmosfeer zou kunnen spelen. Wel zou er verband zijn tusschen het eerste optreden dezer verschijnselen en de uitbarsting. Maar het zou niet de asch zijn, maar wel de uitgestooten wa

et fijne vaste deeltjes. Maar daarmede is nog niet bewezen, dat deze deeltjes uit Krakatau hunnen oorsprong hebben. Het scheikundig en mi

n Krakatau-stof in de atmosfeer is dus nimmer bewezen. Maar dit was te verwachten. Het meest karakteristieke van de Krakatau-asch, de rhombische pyroxeen, die bovendien

id minerale deeltjes. Komen er nu kleine deeltjes van verre, dan zijn deze altijd in de minderheid tegenover de deeltjes van localen oorsprong, die eene verpletterende meerderheid blijven uitmaken. De deeltjes, die van verre komen, omringd als ze zijn door de locale deeltjes, zijn moeilijk van hen te onderkennen. Het is een hopeloos werk te trachten de herkomst van zulke microscopisch kleine gasten vast te stellen. De Kra

die deeltjes zich aan alle

besluiten tot het verband van de optische verschijnselen en de Krakat

sting op 26 en 27 Augustus 1883. Het materiaal, dat deze lichteffecten veroorzaakte, bereikte toen eene maximum hoogte. Wij volgen de gekleurde schemeringen in hunne snelle vaart om de aarde lan

rzameling van feiten; niet minder dan 800 data over het eer

ea, den 23 November 1883. Beter dan de meest gedetailleerde beschrijving, geeft eene beschouwing van die schetsen ons een duidelijk beeld van de schemeringsverschijnselen. De schemering duurde die dagen veel langer dan anders. Nadat namelijk de gewone schemering was afgeloopen, werd het nog niet donker. Er ontstond dan als he

daarbij is de secundaire schemering wit, en zij wordt slechts onder bijzonder gunst

ang werden waargenomen, was de secundaire schemering gekleurd en overal zichtbaar. Men berekende de hoogt

der dan 36 K.M. boven de aarde bevond, terwijl de onderkant nog 31 K.M. hoog was. Men herhaalde deze berekeningen over de volgende

schijnsel langzamerhand vermindert. In April 1884 bereikte het secundaire licht een minimum. De zwaardere deeltjes waren toen reeds op aarde gevallen. Te gelijk werd een maximum waargenomen van een ander optisch verschijnsel: de gekleurde ring of corona om zon en maan. Men zou dit kunnen verkl

egeren luister, hoewel er toch eene blijvende daling in tijd en intensiteit is waar te nemen. Deze kleine opflikkering zou toe te schrijven zijn aa

rmaal. De stof, die in vorige jaren in de a

geval worden toegeschreven aan vaste deeltjes in de atmosfeer, en ook de heer Verbeek schreef ze bij hun eerste optreden toe aan stof, afkomstig van de uitbarsting. Ik wil echter hier de aandacht hoofdzakelijk vestigen op de schemeringsversc

orpen stof voldoende was, en dat die stof 2 à 3

lling omtrent den oorsprong der

nadere toelichting zeker van belang zijn. Ik waag het hieraan het tweede gedeelte van dit hoofdstuk te wijden, al vrees ik dan ook dat sommige lezers zulle

DSTU

ged

oorzaak zijn der abnormale optisc

ene wagenlading uitmaken. De stof, die de blauwe kleur van de onbewolkte lucht veroorzaakt, zou wellicht nog minder volume beslaan. De heer Rollo Russell zegt, dat eene doorloopende laag van vaste deeltjes, die eene dikte heeft van slechts 0,000125 m.M., reeds voldoende zou zijn om belangrijke reflexie-verschijnselen te weeg te brengen. De kleine vaste deeltjes, verlicht tegen een donkeren achtergrond en waargenomen door niet verlichte luchtlagen, kunnen dan zeer goed eene zichtbare roode kleuring geven aan het uitspansel, als de zon reeds verscheidene graden beneden den horizon is. De verlenging van de schemering gedurende 1883 en volgende jaren kan dus verklaard worden uit de uitgeworpen stoffen. Het is zelfs onwaarschijnlijk, zegt Russell, dat de waterdamp hierbij eenigen rol gespeeld heeft. Wel blijkt uit de proeven v

erde het licht van de opgaande en ondergaande zon. Dit geschiedde echter eerst Mr. Douglas Archibald komt nog eens terug op den invloed van kleine stofdeeltjes op het licht. Hij wijst op de onderzoekingen van Faraday, die betrekking hebben op de kleur van goud en andere metalen. Bladgoud kan verkregen worden tot eene dikte van minder dan een honderdduizendste van

hijnlijkheid kan aannemen, dat zij bestonden uit dunne plaatjes vulkanisch glas, dan mag men wel veronderstellen, dat zij, mits fijn verdeeld z

de jaarlijksche gemiddelde temperatuur is op diezelfde hoogte 0° Celsius. Veronderstel, dat de waterdamp in de cirrus-wolk eene spanning heeft van 7.5 m.M. (hetgeen meer is dan het gemiddelde-4.5 m.M.) De dikte van de waterlaag, die met de wolk overeenkomt, zou dan zijn 0.045 m.M. Professer Stokes heeft uit een

tale hoeveelheid stof 1 K.M3. bedraagt, is afgeleid, dan zou, in de veronderstelling, dat de stof gelijkmatig verdeeld was over de gematigde en heete luchtstreek, het laagje stof nog 0.006 m.M. dik zijn. Er zouden dus in elke verticale doorsnede nog 0.006/0.0015 = 4 deeltjes aanwezig zijn. Maar bij het aannemen van 0,0015 als middellijn voor éé

n, zoo lang zij geen groote verticale afmetingen had, de schemeringsverschijnselen heeft veroorzaakt, al was ze dan ook overdag nagenoeg onzichtbaar. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat de belangrijkste opti

j een groote rol speelt, wordt door Mr. Dougla

peratuur, die op die hoogte heerscht, zal die fijn verdeelde stoom onmiddellijk bevriezen tot ijskristallen, die weer hetzelfde volume aannemen als het water, waaruit de stoom ontstond. Als men nu aanneemt, dat de medegevoerde puimsteendeeltjes zich hebben verspreid over dezelfde uitgebreidheid als de ontspannen stoom, dan zal elk stofdeeltje niet veel grooter worden door die kleine hoeveelheid

chijnselen te verklaren, dan zal de condensatie van den toetredend

20 tot 30 KM. bijna geen waterdamp, en er kan ook bijna geen waterdamp bestaan. Waar de barometerstand op die hoogte minder dan 0.8 millimeter is, vindt men uit eene formule van Dr. J. Hann, dat de spankracht van wate

al met betrekking tot diffractie, is eene meening uitgesproken door Professor Kiessling te Hamburg[3]. Hij grondt zijn oordee

minder) eene zoo lage temperatuur heerscht, dat die gassen (zwavelig zuur of zoutzuur) verdicht zullen word

rsprong bestond-het samenvallen van de optische verschijnselen met Krakatau en

op 30 K.M. of meer hoogte boven de aarde zullen kunnen blijven zweven, terwijl ze

?lectriseerde aarde, 3o de onderlinge afstooting van de electrische stofdeeltjes.[4] Vandaar de ijlheid van de stofwolk en hare laterale verspreiding. De bekende geleerde W. Crookes wijst op het feit, dat in ijle lucht, verdund tot op een millioenste atmosfeer, twee ge?lectriseerde stukjes goudblad elkaar na 13 maanden bleven afstooten zonder verlies van hunne lading. Lucht is, bij die verdunning van een millioenste atmosfeer, een volmaakte nie

ng der zwaartekracht in de middenstof, waarin ze zich bevinden. De snelheid, waarmede de deeltjes vallen, is eene functie van hunne afmetingen, van hun soortelijk gewicht en van de dichthe

s nagenoeg dezelfde is op groote hoogte en nabij de aarde. Berekent men met behulp eener formu

n zouden zij over eene hoogte van 15 K.M. vallen in twee jaren of, volgens eene berekeni

ts 30 K.M. bedroeg dan zouden de kleine deeltjes twee j

atjes, dan zal men a fortiori kunnen aannemen, dat zij minst

rook van ultra-microscopische deeltjes. In gewone atmosferische omstandigheden daalden deze deeltjes onder de werking der zwaartekracht 3 m.M. per minuut. Nu berekent hij, dat op eene hoogte van 20 K.M. deze s

1/18 van de geheele hoeveelheid uitgeworpen stoffen, en wij hebben aan de hand van het Engelsche rapport

r, volgens de Royal Socie

mogelijk, dat in dit opzicht de Engelsche commissie over meer volledige opgaven heeft beschikt. Het terrein toch, dat in hoofdzaak het verschil vormt, is de Indische Oceaan W. en Z.-O. van Krakatau. Men moet hier afgaan op berichten van schepen, en de heer Verbeek was veel te consci?ntieus, om een asch

llen, op 12 K.M3. Men zou dus de hoeveelheid stof, die in de eerste week na de uitbarsting is gevallen, hierbij moeten optellen. Nemen wij het cijfer van 2.848

K.M3. bedragen? Het is logischer om aan te nemen, dat deze hoeveelheid 14 K.M3, is geweest dan 1 K.M3., want de uitbarsting was plotseling zóó hevig,

de hoeveelheid fijne stof, die de optische verschijnselen heeft te weeg gebracht, gelijk is geweest aan 14 K.M3. dan dat zi

ijn toen den 27sten Augustus te 10 ure het groote schot werd afgevuurd! Dit geschiedde toch met zulk een ontzettende kracht, dat stukken puimsteen tot vuistgrootte toe op een afstand van 40-80 kilometer nedervielen. De hoogte van 50 K.M. door Verbeek aangenomen is dus niet ongerijmd. Mr. Archibald vo

ommandant van de Duitsche oorlogscorvet "Elisabeth" 11 K.M. De grootste afstand, waarop het schot van 27 Aug is gehoord, was de afstand tusschen Rodriguez en Krakatau, zijnde 4827 kilometer.

k te zijn. Maar in alle geval is toch aangetoond, dat eene hoogte van 30 tot 50 K.M. niet onmo

omen ten gevolge van de zachte temperatuur in den winter 1883/1884. Er volgt dan eene berekening, waaruit zou blijken, dat eene hoeveelheid van slechts 3 K.M.3, niet de oorzaak zijn kan der optische verschijnselen, terwijl later de hoogte van de reflecteerende luchtlaag op 40 tot 50 K.M. wordt geschat. Hoewel het nu zeker zeer vereerend voor mij is, dat de bewerker van dit gedeelte van het rapport tot op zekere hoogte met deze laatste hypothese kan medegaan[8], moet ik opmerken, dat ik nimmer een woord over deze quaestie heb geschreven, en dat de objecti?n e

andeling is, en de kundigste ambtenaren aarzelen in welken zin eene beslissing moet genomen worden, dan vraagt men zich gewoonlijk af: "is er ook een antecedent?" Het gebeurt niet dikwijls, dat het archief op deze vraag geen antwoord geeft. En als me

g verklaren aan die dampkringsverschijnselen. Zoover menschengeheugenis reikt, is de wereld geteisterd door vulkanische uitbarstingen: in dat opzicht beschikken wij dus over ee

over blauwe zon, rooden mist en roode schemeringen, van 1500 tot 1886 waargenomen

edurende een tijdvak van 300 jaren. Ik zal slechts eenige bijzonder treffende gebeurtenissen aanstippen. Juist honderd jaar vóór de

geworpen, die 34 meter breed en 80 meter lang was; die steen viel in eene rivier, en zag er uit als een eiland. De sporen van deze uitbarsting zijn na meer dan honderd j

imum bereikte ze in Juni. In Juni 1783 begon zich een droge mist te verspreiden van af het Noorden van Europa; hier en daar werd een blauwe, witte of bloedroode zon, of gekleurde kring om zon en maan aanschouwd. Onze landgenoot, Prof. Brugmans te Franeker, gaf over

alleen in Europa, maar ook in Azi?, Afri

s de zon 3 dagen lang verduisterd op 't eiland Madoera. De heer Verbeek zocht te vergeefs naar berichten uit Indi? over roode schijnsels na deze eruptie. Merkwaardig is het echter, dat gedu

2 Mei verspreidden zich dampen Oostwaarts en bedekten den geheelen horizon van Palermo. Den 3den Juni hing er een mist over Sicili?, die de zon onzichtbaar maakte; deze mist bedekte van 29 Mei tot 3 Juni geheel Itali?. De da

anische uitbarstingen menigmaal optische verschijnselen volgen, die in alles

schen nooit te geven. Hebben wij dus ook al geene zekerheid, toch is er groote waarschijnlijkheid dat de st

DSTU

oote uit

Geprikkelde gemoedsstemming zich uitende in moordaanslagen.-De Toean-toean te Kro? en de Mahdi.-Wasiat- of Zendbrieven.-De zendbrief na de uitbarsting van den Tambora (1815) volgens Junghuhn.-Energiek optreden van het Gouvernement na de ramp.-Het Centraal-Comité.-Krakatau-litteratuur.-De te lenigen nood in Bantam.-6? millioen schade.-Bestuursmaatregelen.-Nieuw-Anjer en Menes.-Schade in Tangerang 3? ton gouds.-De Lampongs zijn moeilijk te bereiken.-Schade in de afdeeling Kro?.-Expeditie van Lt. Koster en Dr. Vorderman naar de Lampongs.-Schade in de Lampongs.-De pepercultuur.-Opbouw van Tel

hier tusschen lagen kleine stukjes puimsteen, zand en asch. Dit materiaal was opgestapeld tot werkelijke bergen. De regen had hierin diepe kloven uitgespoeld, die dikwijls loodrechte kanten hadden, zoodat de bestijging van den berg zeer moeilijk was. Dit materiaal is bij de

e asch, beginnen 200 meter beneden den top, dus 600 meter boven den zeespiegel en zijn over eene lengte van 1300 meter tot 40 meter boven zee te vervolgen. Die slijkstroomen liggen op de ruggen, die tusschen de uitgespoelde kloven zijn overgebleven, maar zij zi

de kusten van Straat Soenda waren door de vloedgolven weggespoeld, zoodat de kust feitelijk gedurende eenige maanden geheel onbewoond was. Toch is des avonds te 10 ure op

rgezeld, waarvan de bewijzen op Krakatau door den heer Verbeek zijn aangetroffen. Wi

e Tandjong Priok in September knallen gehoord. Natu

en den 18den en 19den Sept

jzonder groot aantal aardbevingen, dat na de ramp van Krakakau in de volgende maanden en ook in 1884 is opgeteekend, niet eens bewijst, dat er meer aardschokken geweest zijn dan in vroegere jaren. Nooit is er in Indi? eene uitbarsting geweest, die ove

Na deze gebeurtenis ontstond er bij sommige Europeanen op Java eene schrikachtigheid, die aan het ongelooflijke grensde; zij zagen in

zaak. Maar hem, die nog geen maand geleden eene ondervinding heeft opgedaan zooals de passagiers van de "Loudon", overkomt bij eene eenvoudige aardbeving of onderaardsch gerommel eene gewaarwording van nameloos wee, een onbeschrijflijk gevoel van hulpeloosheid; een ongemotiveerde angst maakt zich van hem meester; hij verwacht niet anders dan dat de golven van den Indischen Oceaan geheel Padang zullen overstroomen, zooals de wateren van St

door geene zeebeving vergezeld, had te Padang plaats den 18den Octo

nck, die adjudant is op het bureau van den kommandant der artillerie, wiens bureau grenst aan het onze. Ook hij is door de aardbeving en het geluid uit zijn bureau verjaagd, ik ben dus de eenige niet, die het gerommel vernomen heeft. Een oogenblik daarna komt de eerstaan

dichte aschwolk, waarin wij gehuld waren, die het geluid zou hebben gedempt. Dit verklaart echter naar mijne meening het voorgevallene niet volledig; die dichte aschwolk heeft ons in diepe duisternis gehuld, maar

onstateerd. Ik kan hier nog bijvoegen, dat de inlandsche lichtopziener op Poeloe Pandang nabij Padang

oorzaken. "God heeft het zoo gewild, en Hij kan doen wat Hij wil! het past ons menschen niet naar de redenen te vorschen."-Ziedaar de gedachtengang van den vromen Mohammedaan, na de uitbarsting van Krakatau. Er waren echter ook inlanders, die de "Compagnie", dat is het Nederlandsch Indische gouvernement, b

"Compagnie" trof. De Hollanders zijn "Kafirs" of ongeloovigen, zij gelooven niet in den profeet Mohammed. En toch durven zij het wagen oor

de bevolking van Bantam en de Lampongs tot Toean Allah, en verootmoedigde zich voor den Almachtige. Priesters en Hadjies maanden de bevolking aan tot getrouwe opvolging van den Koran. Vooral in Bantam, waar het godsdienstig leven toch altijd opgewekter is dan elders op Java, bespeurden de bestuursambtenaren-niet zonder zorg-eene re

als het Koloniaal Verslag het uitdrukt-met een geopend knipmes, gehuld in het

rmoord, zonder dat de aanleiding ooit duidelijk geworden is, toen herinnerde men zich huiverend die op zich zelf staande uitingen van fanatisme na de ramp van Krakatau! De politie had toen bij voorbeeld de hand gelegd op een zendbrief, die, zooals het opschrift luidde,

pte de scharen van den Khedive vernietigd had. Men noemt daar "Toean-toean" het gegoede gedeelte der bevolking, dat uit geestelijken, hadjies en handelaren bestaat. In het binnenland is de bevolking er nog heidensch. Maar de bekeeringen tot den Islam namen na de ramp van Krakatau sterk toe, en er was geen doessoen

broeders in 1883 op Java en Sumatra, waren na de ramp aan zooveel gebrek ten prooi, dat zelfs de dochter van den koning van Sangar van honger stierf. Het lot, dat den koning van Tambora trof, is, zooals Junghuhn het beschrijft, een stof, waardig een Oud-testamentisch profeet te bezielen. Evenals, volgens het bijbelverhaa

s vond, als de brief uit Mekka in 1883 na de ramp van Krakatau,

en, en toen hij hoorde, dat de Arabier smadelijk van hem had gesproken, liet hij hem op den berg Tambora onder zware mishandelingen van het leven berooven. Maar daar ving de berg aan vlammen uit te brake

Maar ook de meest zwartgallige zal moeten toegeven, dat het Nederlandsch-Indische bestuur aan de ramp v

sterde streken opgetreden, om de bevolking gerust te stellen, te helpen en de stoffelijke schade te vergoeden. Het beroep op de particuliere weldadi

t initiatief tot het scheppen van een fonds, om zoodoende op bl

j wijze van watersnoodpo?zie, ver

fancy-fair te Amsterdam zag een polyglottisch courantje aan Krakatau gewijd het licht, waarin hartelijk gemee

riae" wilde niet

" getuigde van den goeden

dgebloed was, toen het op nieuw geteisterd werd. De dorpen zien er in Bantam over 't algemeen armoedig uit. Eene uitzondering maakten hierop de vriendelijke kampongs langs Straat Soenda. Maar de rijke, welvarende plaatsen, Anjer en Tjaringin, de bloeiende Chineesche kamp van Laboean, de volkrijke dorpen Tjerita, Tjiloerah, Pasaroenan, Sirih, Tjikining en Bodjong waren allen verdwenen. Men schatte de schade der bevolking op niet minder dan zes en een half millioen gulden. De vluchtelingen uit de verwoeste p

-Anjer zou heeten. Het oude Anjer lag echter vrij wat geschikter voor de schepen, die van ouder tot ouder die reede aandeden, om water in te nemen. De plaats, die voor Nieuw-Anjer was uitgezocht, bleek daarentegen niet te voldoen aan den eersten eisch, dien men moet stellen aan een aanlegplaats. "Er is geen water te Nieuw-Anjer!" zoo lui

n verdreven door den grooten alleenheerscher, den stoom. De mailbooten echter vertoeven niet in Straat Soe

tbarsting van Krakatau, was minder verschrikkelijk, dan de met Oostersche verfijnde wreedheid uitgevonden folteringen, die de besturende ambtenaar van de afdeeling Anjer te Tjilegon onderging, vóór hij den geest gaf onder de moordende handen der oproerlingen van Tjilegon en

zeebeving op Java belan

Bezwaarlijker was dit echter in de Residentie der Lampongsche districten. Daar waren 90 dorpen verdwenen en 12500 menschen gedood. Maar het duurde niet minder dan tien dagen, alvorens men te Batavia eenig bericht had, behalve de door de "Loudon" medegebrachte tijding van Telok Betong's verdwijnen. Want de telegraafkabel tusschen Java en Sumatra was vernietigd, en de Semangkabaai en de Lampongbaai waren onbevaa

n van menschen verdronken. De vloedgolf had hier echter eene groote slachting aangericht o

. Eene hoeveelheid boschproducten, die ter verzending gereed was, ter waarde van f. 10,000, werd naar zee gesl

er getroffen en, zooals ik reeds zeide, zij was moeilijk te ber

winnen over het lot der Lampongs: men was immers in de eerste dag

enant ter zee Koster, adjudant van Z. Exc. den Gouverneur-Generaal, den stads-geneesheer Dr. Vorderman, den schout van Hag

n, en wel is het de vermelding waard, dat de leden der expeditie op hun zoo moeilijken tocht, de meeste hulp en bijstand genoten hebben juist van de hadjies, die onder de opgenomen Lampongsche handelaren waren. Men stoomde van Tandjong-Priok, de haven van Batavia, naar de Lampongbaai, en trachtt

ber, ook reeds te Kalianda geweest, en zij had toen de familie Beij

e puimsteen of verzwolgen door de vloedgolf. De overblijvenden werden van rijst en zout voorzien, d

n de reis was ec

eele expeditie ontscheept. Men besteedde drie volle uren om van de landingsplaats tot Gebang te komen, een afstand van slechts anderhalve kilometer. Hier werd men door het hoofd en de bevolking gastvrij ontvangen. Na den nacht te Gebang te hebben doorgebracht, ging men den volgenden morgen te voet in de richting van Telok Betong. Aldaar was de "Kedirie" ook opgemerkt, en de resident had den controleur J.G.W. Lux last gegeven het gezelschap tegemoet te gaan. Weldra ontmoette men den heer Lux, en toen ging het verder over omgeworpen boomstammen, tot het dorp Kedjadjian. Daar bleef de schout van Haagen met de meeste kettinggangers achter. De meesten van deze lieden waren door vermoeienis uitgeput, en niet in staat om

en; men ging door de trouwens ondiepe, kleine kali's (rivieren) heen; nu eens langs het strand, dan weder hooger op. Overal waar de vloedgolf den weg bereikt had, was het een rizophorenwoud, omgewoelde aarde met zware boomstammen, struikgewas en steenen tot één chaos opgestapeld. De grond was modderachtig en op tallooze plekken kreeg men den stank van herten- o

elte door de expeditie bezocht, is er geen enkele meer te bespeuren. Zijn zij door de asch gedood of door de modder? O

eikte men het dorp Kedjadjian, waar de inwon

elukkig een brief van den heer Koster, die meldde, dat het aan boord gaan op die plaats eene onmogelijkheid was geworden ten gevolge van eene beweging in de puimsteenbergen, zoodat de "Kedirie" gedwongen was geworden te wijken i

k de Rateh-baai, die 5 paal (8 kilometer) zuidelijker ligt dan de vorige landingsplaats. Daar lag de "Kedirie" omringd door

te brengen op Sumatra! Te zelfder tijd werden de Lampongs bezocht door eene tweede ex

den toestand van de Lampon

bezweken aan de brandwonden, door de gloeiende asch veroorzaakt, en van de overblijven

de controleurs alle moeite hadden om hen te bewegen nieuwe kampongs te stichten aan het strand, daar, waar zij het gunstigst zouden liggen voor handel en landbouw. Na eenige maanden konden de controleurs met trots rapporteeren, dat er in de Ommelanden van Telok Betong 19, in Semangka 20 en in Katimbang 20 nieuwe dorpen gesticht waren. Telok Betong werd opgebouwd. Katimbang en Beneawang waren echter in een moeras h

en na de uitbarsting, ten einde zich persoonlijk op de hoogte te stellen van den toestand en te overleggen met de residenten, wat er nog gedaan

de eer van Nederland heeft opgehouden, had ik daarbij minder het oog op hare

vervat in de voorrede

heel doordrongen van de belangrijkheid dezer gebeurtenis, mij in staat stelde het onderzoek der Krakatau-eruptie op de meest

al dankbaar voor de keuze van de Indische regeering. De wijze, waarop de heer Verbeek zich van zijn opdracht heeft gekweten, is bov

zijne beschikking te hebben de diensten van den uitstekenden geoloog R.D.M. Verbeek, wiens opnemingen van Java, Sumatra en van het toonee

tzger Verbeek's werk "een sieraad voor Indi? en een

ig vond de verdiensten van Verbeek te erkennen, terwijl eene Duitsche un

e werd die tijding in Indi? vernomen en geheel Buitenzorg spoedde zich naar Verbeek's woning. Zelden viel iem

et laatste woord was van de Indische vulkanen? of dat er ten minste

ijk is, dan was er nog slechts één vulkaan te niet gegaan van de vele tientallen van vuurspuwende bergen, die alom in den Indischen Archipel verrijzen. Wij zagen trouwens reeds, dat de ongelukkige veelgeschokte Eerste punt van Java, die met haren vuurtoren op de Soendadwarsspleet staat, en reeds het m

akatau bestond. De Merapi, die tegelijk met Krakatau eene as

Fort de Kock. Het was van den 28sten op den 29sten December. Terwijl alles in het vrij primitieve logement in diepe

ementhouder tot zijne logé's, "dit beteekend niets,

n of eene knal en aardbeving vlak bij den werkenden

kenende feiten mededee

t hij echter den vuurdoop doorstaan, dan gaat hij met opgeheven ho

s bij den mensch tegenover

gebeurtenis, terwijl de nieuweling zich alleen daarover verbaast, dat eene aardbeving hem zoo kalm laat. De eer van ooggetuige te zijn geweest van de uitbarsting van Krakatau was gekocht ten koste van de gemoedsrust! Want erger nog dan het gevoel van levensgevaar tijdens

enover de wereld van Vulcaan. Ten slotte eindigt men, waar men begonnen is: de lichte manifestati?n van het vul

tig vuurspuwende bergen onveilig wordt gemaakt, terwijl bovendien elk vulkanisch eilan

en vulkaan ontvlucht, nadert ge den anderen. Want op Java

di? verlaat, blijft ge ove

zijn zeker wel het rustigste plekje van den geheelen aardbol. Ge mist Insulinde's blauwe bergen, maar ge

DSTU

lantenkleed

ra stamt niet af van de vroegere.-Het eiland bedekt met varens.-De bodem van Krakatau is totaal ongeschikt voor plante

.-Beschouwingen van Dr. Treub gepubliceerd in de "Annales du Jardin botanique de Buitenzorg."-Wat er zou gebeurd zijn, als Krakatau ver van de plantenwerel

rwoesting door de golven der zee aangericht op de kusten van Java en Sumatra was echter op verre na niet zoo volledig geweest als die, welke op het eiland Krakatau zelf aangericht was. Slechts een klein deel van het vroege

ene laag asch en puimsteen ter dikte van één tot zestig meter. Het spreekt van zelf, dat de plantengroei totaal vernietigd was. Er is zelfs geen twijfel aan of ten gevolge van de groote hitte,

eheel woest uit en ontbloot van planten. Maar op het eiland Krakatau zelf voerde Flora weder den schepter. De jongste plantenwereld van Krakatau stamt niet af van de vroegere. De hand des menschen is buiten sp

ava, terwijl Sumatra slechts 37 kilometer of zeven uur gaans verwijderd is. Van de kleinere eilandjes in Straat Soenda liggen Lang-eiland en Verlaten-eiland in de onmiddellijke na

, dat de sporen van die varens aldaar zijn gekomen. Het kwam den heer Treub echter bijna onbegrijpelijk voor, dat die varens konden groeien onder zulke buitengewoon ongunstige omstandigheden. Eene dikke laag puimsteen en asch is toch zeker wel een zeer ongeschikte bodem tot het ontkiemen van planten. Hij mist alle mogelijke voedende bestanddeelen, die de planten noodig h

ie varens d

egrijpen is het noodig de wijze van voor

bruingekleurde verhevenheden vertoont. Elk van die bruine plekjes bestaa

.a.w. zonder eenige bevruchting. Als nu echter de sporen uitgezaaid worden, dan ontstaan door vermenigvuldiging der cel zoogenaamde "voorkiemen" of "prothallia". Men kan deze beschouwen als de eerste generatie der varens. Aan die voorkiemen groeien zoowel mannelijke geslac

je ontstaan is, terwijl voor de ontwikkeling van dit plantje bovendien de b

gebladerde varenplantjes eene wijziging hadden ondergaan, en ten gevolge daarvan geschikt

ikt zich dan naar de veranderde levensomstandigheden, hetgeen men uitdrukt door

aboratorium van den Botanischen tuin te Buitenzorg door den heer Treub in vereeniging met Dr. W. Burck uitgezaaid op allerlei soorten van stoffen, t

ich in die mate ontwikkelen, dat zij drie jaren n

het bloote oog was op sommige plaatsen te zien, dat zoowel asch als puimsteen bedekt was met een groenachtig laagje wie

ot de Cyanophyce?n, waarvan zes soorten werden gedetermineerd. De meest voorkomende van deze was eene wiersoort, die tot de draadwie

uitbarsting. Deze lage plantenorganismen hadden den grond geschikt gemaakt voor de varens, d

noemt, is het chlorophyl met eene blauwe vloeistof gemengd en zijn draadvormige cellenrijen door een min of meer geleiachtig slijm omgeven en vaak vereenigd. Tot deze behooren de Oscillatori?n, stijve, eenigszins gewonden draden, die eigenaardige draaiende bewegingen uitvoeren; de dwarse afscheidingen der cellen zijn vaak zeer onduidelijk. Bij sommigen zijn de dra

at waren te ontkiemen. Bij een der monsters van den bodem van Krakatau vond ik een spoor van "Pteris longifolia" (eene varensoort), die e

den voor de varens, en weldra was het geheele eiland met varens bedekt, terwijl er

iet lang de alleenheersch

staan" was reeds uitgebroken tusschen de oudere bewoners, de varens, en de nieuwere, de zichtbaar bloeiende planten. In dien strijd waren voor het oogenblik nog de varens de meerderen. Slechts hier en daar stak een jong zichtb

ssoort de "Gymnothrix elegans

erzameld van boomsoorten, welke algemeen voorkomen aan de s

erden zes geheel andere soorten van phanerogamen gevo

Krakatau heeft aldus in drie jaren doorleefd, wat onze aarde heeft ondervonden in duizenden eeuwen. Evenals op Krakatau tijdens de uitbarsting de hevige warmte alle organisch leven heeft gedood, zoo was er ook op aarde in het oudste geologische tijdperk geen spoor van organisch leven, daar de aarde nog zóó warm was, dat plant noch dier kon bestaan. Waren op Krakatau algen de eerste bewoners, ook op aarde zijn zij de eerste organische wezens, die de geoloog in de oudste versteeningen aantreft. Weldra verschijnen op Krakatau de varens. Ook onze aarde heeft de tijd gekend, toen de a

ubliceerd in de "Annales du Jardin botanique de Bui

nu voor dat het eiland intusschen met varens bedekt is, dan zal de strandflora zich langzamerhand verspreiden van het strand af naar het binnenland. Dit is niet onmogelijk, omdat de meeste planten, die op het strand groeien, wel is waar het zeestrand verkiezen, maar toch nog groeien kunnen op eene vrij groote hoogte en op eenigen afstand van het strand. Maar hoe verder de strandflora zich van zee verwijdert, des te m

erkeeren de eilanden Jua

mijlen van de Westkust van Amerika op de hoogte van Chili. Men vindt hier 24 s

lijkt uit de volgende beschrijving. "Men heeft St. Helena eene naakte rots genoemd, maar het is een paradijs vergeleken met Ascension, dat bestaat

ich tot eene hoogte van 2800 voet boven de zee verheft. Op het lage gedeelte van het eiland komt alleen één gras

de kiemen der phanerogamen moeten langen tijd in zee blijven drijven,

nden van Insulinde, kunnen de kiemen der zichtbaar bloeiende planten, die op groote hoogte, verre van het strand, kunnen groeien, er even gemakkelijk komen door den wind, als door de zee en door de vogels, zo

ven aan het eiland. Die phanerogamen planten zich voort en vermenigvuldigen zich; de wind brengt nieuwe soorten over. De vogels vinden dan op het eiland schaduw en rusten er gaarne uit. Hunne stofwisseling brengt niet alleen mest

ieten, dan zal Krakatau hetzelfde onschuldig, vriendelijk uiterlijk hebben als de tallooze andere eilandjes in den Indischen Archipel. Weer zullen dichte b

1883 zal nooit uitgewischt worden. Evenals Herostratus te Ephese er voor meer dan 2000 jaren in geslaagd is om zijn naam aan de vergetelheid te ontrukken door het plegen van eene gro

udie aan de uitbarsting heeft. Zij verschafte ons op reusachtige schaal tal van feiten, die een nieuw licht werpen op men

singen dit geheimzinnige

ho

gi

De wereld v

I. Op weg n

akatau vóór de gr

de "Gouverneur-Generaal Loud

de "Gouverneur-Generaal L

d der schoten en luchtt

II. De wate

t gebied der uitge

jdige vulkanische gebe

he verschijnselen in den

Download App
icon APP STORE
icon GOOGLE PLAY